8 februari 2022

Van Dijk over Rechtsstaat, democratie en fundamentele rechten in de EU

Senator Van Dijk: “Als íets een mensenrecht is dat ook in en door de EU verdedigd zou moeten worden, is het wel het ‘recht op leven’ en zeker níet het recht om pril menselijk leven te doden.” Lees hier zijn bijdrage aan het debat over de Rechtsstaat, democratie en fundamentele rechten in de EU in de Eerste Kamer.

Joseph Luns
Allereerst feliciteer ik onze gewaardeerde oud-collega-senator van harte met zijn nieuwe ministerschap. Het bewijst weer eens dat deze ‘Chambre de Réflection’ bepaald geen eindhalte hoeft te zijn, maar juist een broedkamer van leiderschap van internationale allure!

Misschien is het vanwege het indrukwekkende postuur van minister Hoekstra dat ik automatisch moest denken aan een anekdote rond zijn verre voorganger op dit ministerie, de bekende minister Joseph Luns van de KVP, die ook een imposante verschijning was (1,95 meter).

Luns bracht begin 1964, hartje koude oorlog, een bezoek aan de Sovjet-Unie, waar hij sprak met premier Nikita Chroesjtsjov. Bij hun ontmoeting merkte Chroesjtsjov op: "Ik zie wel dat u uit een waterland afkomstig bent, als ik zie hoe alles tot grote hoogte kan groeien." Luns reageerde daarop met: "Die lengte heb je in ons kleine, lage land ook wel nodig om boven water te blijven."

Het zou zomaar kunnen dat deze Nederlands-Russische anekdote zich nog eens herhaalt, gezien de huidige turbulentie in het oosten. Ik wens ook deze minister veel snedigheid toe in zijn internationale contacten en bovenal Gods zegen in deze verantwoordelijke rol op het wereldtoneel. Diezelfde royale zegen wens ik vanzelfsprekend evenzeer toe aan de minister van BZK.

Verdragsluitende Partijen
Als we debatteren over ‘rechtsstaat, democratie en fundamentele rechten in de EU’, dan moeten we deze begrippen allereerst zo helder mogelijk definiëren.

Daarbij merk ik vooraf het volgende op: Een ordentelijke discussie over rechtsstaat en democratie en fundamentele rechten in de EU zal haar startpunt moeten vinden in het primaat van de lidstaten. Zij zijn immers, volgens de Verdragen, de “HOGE VERDRAGSLUITENDE PARTIJEN die samen een EUROPESE UNIE oprichten. Zij richten de rechtsstaat in, inclusief democratische verantwoording en de eerbiediging van rechten. Dit is géén semantiek maar wezenlijk voor een goed zicht op de EU: de EU is gebaseerd op soevereine lidstaten, en niet andersom.

Definities
Dan de definities. De website over de Nederlandse Grondwet omschrijft het als volgt: “De rechtsstaat is een staatsvorm waarin de wederzijdse rechten en plichten van burgers en overheid zijn vastgelegd in wetten. Daarbij wordt zo veel mogelijk uitgegaan van de eigen verantwoordelijkheid van burgers om zelf hun leven te kunnen inrichten, zonder daarbij anderen te schaden. De staatsmacht wordt beperkt door waarborgen tegen machtsmisbruik.”

Vervolgens worden drie concrete kenmerken genoemd:

  • scheiding van en evenwicht tussen wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht;
  • fundamentele grondrechten voor de inwoners;
  • en het legaliteitsbeginsel van volksvertegenwoordiging en van gehoorzaamheid van de overheid aan wettelijke bevoegdheden en kaders.

Het begrip ‘rechtsstaat’ komt vijf maal voor in het Verdrag inzake de Europese Unie (VEU). Twee keer in de preambule, dan in artikel 2 als ‘waarde waarop de Unie rust’, en tot slot tweemaal in artikel 21 over het externe optreden van de EU. Daarnaast beschrijven de artikelen 9 t/m 12 VEU de wijze waarop de EU democratisch gecontroleerd en gelegitimeerd kan worden.

Dit brengt me bij een kritische noot over de discussie die we in Nederland vaak voeren over ‘rechtsstaat en democratie in de EU’. Deze is namelijk niet altijd zuiver en soms eenzijdig.

Onzuiver
Ten eerste wat betreft het onzuivere: er worden geen duidelijke definities gehanteerd. Kritiek op ‘formele’ kenmerken van de rechtsstaat, zoals de scheiding der machten, en ‘materiële’, subjectievere waarden en opvattingen lopen vaak dwars door elkaar heen.

Ik denk aan afkeurende resoluties van het Europees Parlement over het abortusbeleid van Oost-Europese landen, maar ook in haar kritische rapporten over Polen en Hongarije maakt de Europese Commissie er bijvoorbeeld geen geheim van dat de kritiek niet alleen gaat over onafhankelijke rechtspraak, maar ook over onder meer het door deze landen gevoerde LHBTI-beleid.

Mijn eerste oproep aan deze minister is dus: Bevorder in de EU een zuivere discussie! Maak consequent onderscheid tussen ‘norm’ en ‘waarde’, tussen de ‘objectieve’ en ‘subjectieve’ opvattingen over rechtsstatelijkheid! Graag een reactie van de minister. Eenzijdig. Ten tweede is de discussie over de rechtsstaat en democratie in de EU vaak eenzijdig.

Dat heeft ten minste drie dimensies.

  1. Ten eerste: een select groepje lidstaten krijgt vaak zware kritiek te verduren, terwijl in iedere lidstaat – óók ons eigen land – geregeld zaken misgaan op rechtsstaatsgebied. Bovendien bestaan er nogal uiteenlopende ‘rechtsstaatstradities’ in de lidstaten. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat deze eenzijdigheid samenhangt met een buitengewoon sterke fixatie op onder meer abortusbeleid, maar ook gender- en LHBTI-rechten. Ja, mensenrechten doen er echt toe, maar over sommige rechten – zoals bijvoorbeeld het homohuwelijk of adoptie door homoparen – bestaan verschillende inzichten, ook op basis van democratische besluitvormingsprocessen. Deelt de minister deze analyse? En is hij het ermee eens dat de EU niet over de band van de rechtsstaat feitelijk een bepaalde liberaal-seculiere moraal mag doordrukken in landen die daar fundamenteel anders over denken?
  2. Ten tweede: de EU zelf blijft in de discussies buiten schot. Ik noemde al het kenmerk van een democratische rechtsstaat: deze gaat zo veel mogelijk uit (…) “van de eigen verantwoordelijkheid van burgers om zelf hun leven te kunnen inrichten.” Ik vraag de minister: hoe verhoudt die zelfredzaamheid zich tot de stroom EU-voorstellen? Neemt hij het subsidiariteitsbeginsel serieus bij de beoordeling van commissievoorstellen?
  3. Het derde aspect: “De staatsmacht wordt beperkt door waarborgen tegen machtsmisbruik. De overheid baseert al haar handelen op bevoegdheden die zij van de wet heeft gekregen. Wat vindt de minister er in dit licht van dat de EU vaak de grenzen van haar bevoegdheden opzoekt, oprekt of zelfs overschrijdt? Is hij het eens met de uitspraak van voormalig hoogleraar staatsrecht Teunissen, dat het Hof van Justitie, door de EU steeds niet te verhinderen haar bevoegdheden te overschrijden, feitelijk optreedt als medewetgever? Met andere woorden: zet de EU zélf niet fundamentele rechtsstaatsaspecten onder grote druk?


Abortus als mensenrecht
Ik sluit af met één concreet, aangelegen thema waar de EU fundamenteel buiten haar boekje dreigt te gaan. Namelijk het aanmerken van abortus als mensenrecht, als vervolg op het Matic rapport dat door het Europese Parlement vorig jaar werd aangenomen. Kan ik erop vertrouwen dat deze minister hier niet aan meewerkt, en dat als íets een mensenrecht is dat ook in en door de EU verdedigd zou moeten worden, het wel het ‘recht op leven’ is en zeker níet het recht om menselijk leven te doden? Hoe diep kunnen we zinken? Een gemeenschap – of het nu op Europees, nationaal of ander niveau is – die het bewust en opzettelijk doden van weerloos, onschuldig leven verankert als grondrecht heeft geen toekomst. Laten we in Godsnaam een humaan Europa blijven.