27 september 2022

Peter Schalk over rapport toeslagenaffaire

Lees hier de bijdrage van SGP-Senator Peter Schalk over het rapport van de werkgroep zelfevaluatie van de toeslagenaffaire.

Voorzitter, mag ik beginnen met mijn medeleven uit te spreken met allen die door de Toeslagenaffaire zijn geraakt. De verschrikkelijke verhalen hebben ons diep geraakt. We hebben te maken met “Ongekend onrecht”, zo heeft de door de Tweede Kamer ingestelde parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag geconcludeerd.

En het is goed dat deze Kamer op initiatief van collega Recourt een werkgroep heeft ingesteld om tot zelfevaluatie te komen. Ik dank deze werkgroep voor haar werkzaamheden, maar ik zeg tegen mijn collega’s in deze Kamer: de Zelfevaluatie moet nog beginnen. Het afgeleverde rapport is een aanzet, een voorzet, maar zelfevaluatie vraagt iets van onszelf, hier, vandaag, bij ons allen die aan dit debat meedoen en die meeluisteren. Dit vooraf!

De voorzitter van de werkgroep, de heer Recourt, zal het mij niet euvel duiden dat ik mijn betoog opbouw vanuit een oud wijsheidsboek waar wij al eens over van gedachten hebben gewisseld. Het gaat over een boek dat geschreven is door de wijze koning Salomo.

De meesten van u weten wel dat Salomo twee wijsheidsboeken geschreven heeft. Toen hij nog jonger was, en misschien wel op het toppunt van zijn roem schreef hij de Spreuken van Salomo. Maar het boek waar ik nu uit wil citeren heeft als titel: Prediker. Vermoedelijk is dit boek geschreven toen Salomo oud was, toen hij de teleurstellingen van het leven overzag, toen zijn wijsheid misschien nog wel verdiept was tot levenswijsheid, waarbij hij ook oog had voor de positie van het zwakke in de samenleving. Hoofdstuk 4 van het boek Prediker begint met de volgende woorden: “Daarna wendde ik mij en zag aan al de onderdrukkingen die onder de zon geschieden; en zie, er waren de tranen der verdrukten en dergenen die geen trooster hadden; en aan de zijde hunner verdrukkers was macht, zij daarentegen hadden geen vertrooster”.

Ik neem deze wijsheidsuitspraak als basis voor mijn bijdrage. Ik haal er 3 woorden uit: onderdrukkingen, tranen, macht. En daarna zeg ik iets over de zelfevaluatie.

Onderdrukkingen
Ik ga er van uit dat er niemand in onze regering te vinden was en is die bewust geprobeerd heeft een wet in elkaar te zetten die leidt tot het ongekende onrecht dat is blootgelegd. Dat soort complottheorieën zijn aan mij niet besteed. En toch, en toch …! Hoe kan het dat een complete regering, 150 TK-leden en 75 EK-leden het zover laten komen dat een grote groep mensen onderdrukt wordt.

Wat heeft ervoor gezorgd dat de ogen dicht gingen voor de gevolgen van wetgeving, die zo ernstig zijn dat een kabinet moest aftreden (dat is nog het kleinste leed), die zo dramatisch zijn dat 10.000-den ouders en kinderen diep in de problemen zijn gekomen? Hoe is het in de wereld mogelijk dat mensen die ter goeder trouw hebben gehandeld jarenlang zijn aangemerkt als fraudeurs?

Daar zijn vele redenen voor op te noemen. Ik loop er een paar langs:

  • Kortzichtigheid, toen fraude koste wat kost aangepakt moest worden.
  • Zuinigheid, toen bezuinigingen het leit-motiv werden.
  • Hardvochtigheid, toen de Bulgarenfraude openbaar kwam.
  • Gemakzuchtigheid, toen 6 jaar na dato besloten moest worden of aan een toezegging al dan niet was voldaan.
  • Onwetendheid, omdat het proces van uitvoerbaarheid onvoldoende werd gemonitord.

Elk op zich hoeven ze nog niet eens tot ernstige misstanden te leiden, maar allen bij elkaar opgeteld maken het duidelijk: dit kan zomaar tot onderdrukking leiden. De wetsbehandelingen die door de werkgroep zijn nagegaan laten het zien. Dit zijn de harde feiten. Hierbij overigens nog twee bemerkingen: natuurlijk moet zoiets als de Bulgarenfraude stevig aangepakt worden. Fraude mag niet, en als de overheid daar niet op acteert ondermijnt ze daarmee de solidariteit bij de belastingbetaler.

Maar dat acteren heeft blijkbaar geleid tot een grote ingewikkeldheid in het systeem. Daarin verdronken mensen, zeker ook als het hen onmogelijk werd gemaakt om hun recht te halen. En daartegenover: hoe voorkomen we dat we in de andere modus schieten nu er compensatiemaatregelen worden getroffen.

Belangrijke vragen zijn :

  • Ziet de werkgroep mogelijkheden om de balans tussen stevige maatregelen en de menselijke maat te bewaren?
  • Wat hebben we nodig, om de “onderdrukkingen” te voorkomen?

Het 2e woord: Tranen
Het is eigenlijk diep treurig dat de tranen van de onderdrukten niet tot in de Eerste Kamer vloeiden. De enkele brieven die deze Kamer bereikten gingen over de complexiteit van wetgeving, maar niet over de schrijnende gevallen van mensen die in de knel raakten.

De werkgroep trekt een voorzichtige conclusie dat dit zou kunnen komen door de relatieve onbekendheid van de Eerste Kamer. Door het ontbreken van elementen die de hypes voor het voetlicht brengen, zoals het vragenuurtje of het 30-ledendebat, zou de Eerste Kamer minder in beeld zijn voor haar controlerende taak.

Maar dat mag geen verontschuldiging zijn. Deze Kamer staat met 1 voet in het parlement, en met haar andere voet in de modder van de samenleving. Aan beide kanten behoren senatoren aandacht te geven. Sterker nog, bij de behandeling van een wetsvoorstel behoort de senaat oog te hebben, juist voor uitvoering en handhaafbaarheid.

  • Op welke wijze kunnen we dat aspect, oog hebben voor de positie van burgers bij de invoering van een wetgevingstraject, meer inhoud geven?

Dit kan ik vragen aan de werkgroepleden, maar we debatteren ook met elkaar. Daarom, mooi dat er in het debat ideeen worden geopperd, zoals consolideerde wetteksten, het wegen van amendementen, het werken met rapporteurs en het wegen van toezeggingen. Daarbij de vraag:

  • Hoe voorkomen we dat we tevreden zijn met een toezegging of een evaluatie, zonder dat we een sluitend systeem hebben om evaluaties en toezeggingen te monitoren?

Laat ik zelf een voorstel doen: stel dat de EK tijdens de schriftelijke voorbereiding van een wetsvoorstel op het gebied van Sociale Zaken standaard aan de Belastingdienst vraagt hoe wetgeving financieel uitpakt voor diverse doelgroepen. Of is het mogelijk om standaard extra voorlichting te vragen aan de RvS als er in de Tweede Kamer amendementen zijn aangenomen die ingrijpend zijn voor het wetsvoorstel?

  • Behoort dat tot de mogelijkheden?
  • Zijn er nog andere aanbevelingen te doen, ook vanuit de werkgroep?

Nog een ander aspect: in die hele toeslagenaffaire hebben de tranen gevloeid in gezinnen waar kinderen uit huis werden geplaatst. In een aantal gevallen was de uithuisplaatsing onterecht. Dat heeft geleid tot onpeilbaar leed. In andere gevallen was het wellicht terecht. Een vraag aan de werkgroep:

  • Hoe weegt de werkgroep een zo zware maatregel als uithuisplaatsing op basis van alleen financiële redenen.
  • En om het maar scherp te stellen: als er daadwerkelijk fraude gepleegd werd, is dat reden om kinderen uit huis te plaatsen?

Hoe dan ook, blijkbaar was er geen oog voor de tranen der verdrukten en voor hen die geen trooster hadden. Zo gaat dat als macht wordt uitgeoefend.

Zo kom ik op het 3e woord: Macht
Zeker, ik weet het, macht is geen verkeerd woord. In het Apostolicum (de 12 artikelen van het geloof) belijden we zelfs dat God Almachtig is. Maar bij mensen gaat het al heel snel mis als macht in het spel is. Wij oefenen graag macht uit om te heersen of te overheersen. Als ons gezag faalt, dan zetten we macht in.

Is dat hier ook niet aan de hand? Er worden regelingen bedacht en opgelegd. Op zich kunnen die regelingen nog wel goed bedoeld zijn. Maar zodra ze gebruikt worden als correctiemiddel, dan gaat het heel gemakkelijk fout. Mensen gaan frauderen, of ze proberen ergens onderuit te komen, of ze gaan juist trachten ergens bijgevoegd te worden. En dan is de reactie van de regering, waar de Eerste Kamer als medewetgever medeverantwoordelijk voor is: ok, dan gaan we het strakker regelen, door maatregelen te treffen, wetgeving aan te scherpen, door sancties in te voeren. Macht! “Aan de zijde van de verdrukkers was macht”.

  • Hoe, zo vraag ik de werkgroepsleden, kan voorkomen worden dat machtsuitoefening ontaardt in machtsmisbruik?

Daar moeten we in dit debat achter zien te komen, want anders blijft het zoals het slot van de tekst uit Prediker: Zij, de verdrukten, hadden geen vertrooster!
Als wij geen oplossingen weten te bedenken, dan blijven zij die door de toeslagenaffaire in de kou kwamen te staan, verloren achter. Terwijl ze juist van de overheid, die hen heeft onderdrukt, oplossingen mogen verwachten.

Laat ik duidelijk zijn, die verdrukten hebben er niet alleen iets aan als we met geld over de brug komen. Wie heeft er ooit bedacht dat de schade van het verlies van je goede naam met geld kan worden vergoed? Wat heb je aan 30.000 euro als je huwelijk kapot is? Wat moet je met geld als je kinderen uit huis zijn geplaatst?

Er is veel meer nodig. Ik noem:

  1. erkenning van geleden onrecht,
  2. inzet van alle instanties om waar mogelijk recht te zetten wat krom is,
  3. wetgevingsprocessen die recht doen aan de positie van de burgers.

We moeten uitgaan van de juiste positie van die burger. Die is niet per definitie de vijand van de overheid. Nee, de overheid moet het schild voor de zwakken zijn. De overheid is er niet om kwaad aan te richten, maar de overheid is er ten goede van de burgers.

En wij als Eerste Kamerleden, wij moeten ook onze positie innemen. Niet voor niets is bij de instelling van de Eerste Kamer gezegd dat zij er niet is voor het schichten van het goede, maar om te weerhouden van het kwade. Overigens wordt in de rolneming van de EK gesuggereerd dat meer ondersteuning van fracties en griffie kan helpen. Ook werd gesuggereerd om het aantal Kamerleden te vergoten. Veel eenvoudiger en eerlijk gezegd ook passend bij de verantwoordelijkheid van Kamerleden is om de voor hen beschikbare tijd uit te breiden.

Laten we daarmee opnieuw beginnen. Vandaag, volgende week, de week daarop. Elke dinsdag dat we hier bijeen komen om te dienen, in afhankelijkheid van de zegen van God, om Wiens hulp we hebben gebeden bij de aanvaarding van dit hoge ambt dat ons is toebetrouwd.