9 december 2024
Belastingplan in de Eerste Kamer
De Eerste Kamer debatteerde op maandag 9 december over het belastingplan. Lees hieronder de bijdrage van SGP-Senator Peter Schalk.
Wat is eigenlijk het oordeel van veel politici over de Eerste Kamer? Nou, dat is zo veranderlijk als over het weer. Als het vanavond droog is klagen we nergens over. Maar als je in een striemende regenbui naar het station loopt, dan weet je het meteen: het regent hier ook altijd! Onzin natuurlijk!
Maar zo gaat het ongeveer met politici die commentaar hebben op de Eerste Kamer. Dat is vooral als ze er last van hebben. En dan is het makkelijkste commentaar: de Eerste Kamer wordt steeds politieker! Onzin natuurlijk!
Veel erger was het immers toen twee grote partijen in beide Kamers ruim voldoende steun hadden, die er gewoon wetten doorheen konden halen. In de huidige constellatie wordt dat soort politiek doorbroken. En de vraag is: wordt de Kamer daardoor politieker, of juist niet?
Mijn vaste overtuiging is dat de Eerste Kamer een dempende werking heeft op de politiek. En vandaag, letterlijk vandaag, liggen de voorbeelden daarvan voor het oprapen. Kijk maar naar het pakket Belastingplan dat vandaag voorligt.
Op dat pakket is de dempende werking zichtbaar geworden doordat CDA, ChristenUnie en SGP de oorspronkelijke belastingwetten van het huidige kabinet hebben verbeterd, door de btw-plannen herschikken, de mogelijkheden voor giftenaftrek weer terug te buigen, en het onevenredige aanpak van eenverdieners op termijn te verzachten.
Ik zie nog niemand bij de interruptiemicrofoon, dus ik ga er van uit dat iedereen in deze Kamer deze drie verbeteringen van het Belastingplan omarmt. Ik zei het al: dempende werking! Is daarmee alle kou uit de lucht? Nee, zeker niet. Bij de aanpassing van de btw is nog wel wat te verhapstukken. Het komende voorjaar zal er nog geschoven en gedeald moeten worden, en er zal ergens pijn gevoeld worden. Maar dan wel op zaken die het kunnen hebben. Daar hoeven we hier nu niet op vooruit te lopen, maar mijn suggestie zou zijn om vooral te kijken naar btw op alle mogelijke zaken die met luxe te maken hebben, of die de gezondheid van mensen schaden.
In dit verband zat ik ook nog eens te kijken naar de kansspelbelasting. Jammer, dat is geen btw, maar mocht er nog ergens een tekort aangevuld moeten worden, dan zou ik zeggen: voer het hoofdlijnenakkoord gewoon uit. Daarin staat dat in 2025 de kansspelbelasting zou stijgen van 30,5% naar 37,8%. In het voorliggende wetsvoorstel is gekozen voor een extra traptrede van 34,2% in 2025. Dat kost 100 miljoen.
- Waarom deze keuze, zo vraag ik aan de staatssecretaris?
- En zullen we dit soort belastingen niet nog verder optrekken?
Iedereen die maar enig zicht heeft op wat gokverslaving teweeg brengt zal het hartelijk eens zijn met deze oproep. Kortom, u voelt wel aan in welke hoek de SGP de dekking zou willen zoeken: bij de luxe goederen en diensten, en bij datgene dat materiele en immateriële schade aanbrengt in de levens van mensen.
Ik gaf al aan dat de kou niet geheel uit de lucht is, want uiteraard kom ik toch nog terug op de eenverdieners. Datgene dat nu in de dempende werking op het belastingplan zit, namelijk dat de overdraagbaarheid van de algemene heffingskorting ook voor werkende eenverdieners gaat gelden, is een eerste stapje voor de eenverdieners, maar dat geldt pas voor 2028. Het is niet geheel zeker of het huidige kabinet dan nog zit, maar hoe dan ook, het gaat wel om de verre toekomst.
2025 staat voor de deur. Laat ik eens een willekeurig voorbeeld gebruiken: stel, er is een kleine twee-onder-een-kapwoning waarin twee gezinnen wonen, een eenverdienersgezin en een tweeverdienersgezin, allebei met 2 kinderen. Bij dat tweeverdienersgezin is de belastingdruk bij een inkomen van 2x €20.000 slechts 1,9%. Van harte gegund. Bij de buren, de eenverdieners, is de belastingdruk 16,2%. Wat betekent dit concreet? Wel, de tweeverdiener betaalt 764 euro belasting per jaar, de eenverdiener betaalt 6.489 euro. Ruim 8 keer zoveel!! Het eenverdienersgezin heeft qua koopkracht ongeveer 500 per maand minder te besteden, dat is 125 per week. Dat zijn de grote boodschappen van die week! Ongekend!!
De staatsecretaris heeft tijdens de AFB al toegezegd dat bij een nieuw belastingstelsel de onevenredige behandeling van een- en tweeverdieners wordt weggehaald.
- Kan hij dat nogmaals bevestigen?
- Is het een optie om daarbij bijvoorbeeld uit te gaan van het gezamenlijke huishoudinkomen?
Dan heb ik het nog niet gehad over een ander extreem probleem, dat van de marginale druk. Een aantal jaren geleden heb ik om overzichten gevraagd, en sindsdien zijn die keurig toegevoegd: waardering daarvoor. Maar ik heb ze nog eens zitten bestuderen. Het is toch eigenlijk diep treurig dat de piek in de marginale druk in vrijwel alle gevallen ligt bij de mensen met een laag tot modaal inkomen. In alle staatjes die ons door het ministerie zijn aangereikt stijgt het ver boven ons hoogste belastingtarief uit. In schijf 3 betaal je 49,5%. Het is hoog, maar het zij zo. Maar over het extra verdiende geld, bijvoorbeeld van een loonsverhoging, betaalt de man of vrouw met een laag tot een modaal inkomen belastingen die oplopen tot 70 – 80 – 90 procenten. We zoeken al jaren naar oplossingen.
- Heeft de staatsecretaris ideeën hierover, bijvoorbeeld rond een maximum voor de marginale druk?
- Kan dat helpen om de marginale druk te verkleinen?
- En wat is daarbij het effect op de eenverdienersproblemtiek? Bij de eenverdieners loopt immers de marginale druk het hoogste op, tot wel 94%.
Er zijn nog twee wetten die aandacht vragen, en ze gaan beiden over de armoede. Eerst de Belastingwet BES, waarin door het amendement Grinwis (nr. 36.604 nr 11) een omissie blijkt te zijn terechtgekomen. Uit de schriftelijke beantwoording concludeert mijn fractie dat het probleem door middel van een novelle zal worden opgelost. Kan de staatssecretaris bevestigen dat de novelle op tijd komt voor behandeling in de Eerste Kamer voor het kerstreces, en zo niet, wat dan de gevolgen zijn?
Het is toch bijzonder ,zelfs naar aanleiding van schriftelijke vragen uit de Eerste Kamer wordt gewerkt aan een novelle. Ik zie dat opnieuw als een voorbeeld van de dempende werking van de Eerste Kamer. Laten we met dat werk doorgaan! Het tweede punt op het terrein van armoede is het volgende. Het kabinet richt zich met de wet Verhoging kindgebonden budget op het doel om de (kinder)armoede niet te laten oplopen ten opzichte van 2024. Twee vragen:
- Is dit niet een te armoedige ambitie?
- Ziet de staatsecretaris nog andere mogelijkheden om op korte termijn de kinderarmoede niet te laten stagneren, maar te verkleinen?
Mijn Algemene Financiele Beschouwingen sloot ik af naar aanleiding van de woorden uit de Bijbel: Armoede of rijkdom geef mij niet. De conclusie was: de rijke moet oppassen, maar de arme, die moet geholpen worden! In de Bijbel worden daar prachtige richtlijnen voor gegeven, zoals: wat er van de fruitoogst van de bomen afviel was bestemd voor de armen, de hoeken van het tarweveld mocht niet worden afgemaaid, dat was bestemd voor de armen. Er mochten zelfs geen bedelaars zijn in de stad. Die Bijbelse noties mogen ons wel extra aansporen om het goede te zoeken, ook voor de mensen met een smalle beurs.