10 maart 2020

Morele voorwaarden voor de rechtsstaat

Lees hier de bijdrage van SGP-senator Diederik van Dijk aan het debat in de Eerste Kamer over de rechtsstaat.

"Ook het Britse Lagerhuis kent het fenomeen van de maidenspeech. Danny Kruger, een nieuw parlementslid in dit Lagerhuis, bepleitte onlangs in zijn maidenspeech een herwaardering van het christendom. Hij betreurde het dat Groot-Brittannië is weggedreven van zijn christelijke wortels. Volgens de politicus kunnen veel hedendaagse problemen worden opgelost door terug te grijpen op het christelijke verleden van het land. Ik citeer uit de maidenspeech van deze parlementariër: „Zelfs voor degenen die niet in God geloofden, was er een gevoel dat ons land geworteld is in het christendom, dat onze vrijheden voortkomen uit het christelijke gedachtegoed van de volstrekte menselijke waardigheid.” Laten we deze cultuur niet „terloops weggooien”, zo sloot hij af. Misschien kunnen we met deze noties ook iets in het verband met ons debat over de rechtsstaat. Wat zijn de morele voorwaarden voor onze democratische rechtstaat?

Ik heb die vraag eerder opgeworpen, omdat ik die fundamenteel vind. Wat schraagt die democratische rechtstaat? Wat geeft haar inhoud? Welke mensen, met welke waarden en normen, geven die rechtstaat vorm? Door welk moreel kompas laat onze rechtsstaat zich leiden? Het recente boek ”De onzichtbare maat” van Andreas Kinneging laat in alle scherpte zien wat er is gebeurd nu we het geloof in een voorgegeven morele orde die ons leven heilzaam begrenst, hebben ingewisseld voor een moreel en cultureel relativisme. Hij bepleit verstandige gematigdheid en schroom als centrale deugden voor politici en burgers. Met de verabsolutering van vrijheid en gelijkheid komen we er niet. Maar het zijn gelukkig niet alleen christelijke of conservatieve denkers zoals Andreas Kinneging of Bart Jan Spruyt die hierbij de vinger leggen. Ik noem ook de naam van classicus Tom Holland. Frits Bolkestein deed dit jaren geleden al binnen de VVD. En bij het vorige debat over de rechtsstaat, twee jaar geleden, verwees ik naar een rapport van de WRR: 'Bij de rechtsstaat hoort een ethos, een ethos van vanzelfsprekende gedragingen en verwachtingen. Het onderhoud van de waarden van de rechtsstaat lijkt op het onderhouden van een vriendschap.' Wat doet het kabinet aan het onderhouden van deze ethos, nu het christelijk geloof is verdampt uit de sfeer van opvoeding, onderwijs en cultuur?

Welke ‘techniek’ heeft een seculier bestel om morele waarden en gedragsregels over te dragen zodat onze beschaving overeind blijft? En ja, ook deze SGP’er weet dat we al heel lang de scheiding van kerk en staat kennen. Maar die scheiding ging tot voor een paar decennia geleden nog wel gepaard met volle kerken, met alle doorwerking van dien voor het publieke domein. Minister Grapperhaus heeft hier recent ook over nagedacht, vermoed ik. Enige weken geleden, 6 februari jl., mocht hij tijdens een bijeenkomst van het Thijmgenootschap reflecteren op het boek ‘Een vitale rechtsstaat; grondslag, kwetsbaarheid en weerbaarheid’. Helaas heb ik geen verslag van deze bijeenkomst kunnen vinden. Maar dit boek kent een fijnzinnige bijdrage van Emma Cohen de Lara. Zij schrijft over Plato. Ook hij dacht na, net als wij vandaag, over de vraag hoe wij kunnen leren met elkaar samen te leven. De kwaliteit van de rechtsstaat wordt volgens Plato allereerst bepaald door een bepaalde moraal bij de burgers. Waar die ontbreekt, krijgen we niet per se chaos, maar krijgen we de wetjes en regels van de overheid. Regels die feitelijk voortvloeien uit een gebrek aan fatsoen bij de burgers. Best herkenbaar. De overheid moet dan bijvoorbeeld gaan voorschrijven dat het niet goed is als een twaalfjarige midden in de nacht met een groot vlindermes op straat loopt. Uiteindelijk is dit een doodlopende route. De schrijfster concludeert terecht dat voor een goede samenleving aan bepaalde morele voorwaarden moet worden voldaan. Uiteindelijk kunnen die alleen via een goede opvoeding en goed onderwijs worden bijgebracht – niet door de staat en haar wetten en regels. De overheid kan niet een bepaalde moraal afdwingen die niet meer leeft bij de burgers. Hoeveel regels zij ook uit de kast trekt.

In die zin school er wel een ironische waarheid achter de recente sneer van CDA-Kamerlid Martijn van Helvert: ‘Zoveel wetten en regels als D66 gemaakt heeft, heeft de kerk in al die eeuwen nog nooit bij elkaar bedacht.’ Dit vraagstuk – wat zijn de morele voorwaarden voor onze rechtsstaat? - verdient dit geen diepere doordenking en zou juist deze minister daartoe geen aanzet willen leveren?

Ondermijning
Ondermijning van de rechtsstaat vindt op allerlei manieren plaats. Dat kan door het zich indringen van criminelen in de lokale politiek. We hebben ook de ernstige aanslag op advocaten gezien. Maar ondermijning vindt ook plaats via de weg van mensenhandel en uitbuiting via prostitutie. Wie de discussie over de prostitutiewetgeving het laatste decennium een beetje gevolgd heeft, weet dat er echt wel mooie plannen zijn. Alleen halen ze nooit het wetboek. Ook nu is er nog niets meer dan een conceptwetsvoorstel. Ik weet wel dat deze Kamer daar ook mede schuldig aan is doordat de ernst van deze situatie niet wordt ingezien, maar toch spreek ik daar ook deze minister op aan. Heeft de aanpak van deze mensonterende praktijken nu werkelijk geen prioriteit? Moeten we blijven accepteren dat criminelen geld witwassen en een vermogen verdienen aan onderdrukking van vrouwen? Kom op, ChristenUnie en CDA, sla eens met de vuist op tafel tijdens het coalitie-overleg!

Op het terrein van de drugs is ook de rechtsstaat in het geding. Dan heb ik het nog niet eens over het halfslachtige gedoogbeleid of de wietexperimenten. Maar dan denk ik vooral aan Nederland als drugsparadijs in de wereld. Onlangs hoorde ik dat er in de havens van Amsterdam en Rotterdam wel wordt gecontroleerd, maar dat drugs invoeren via andere zeehavens als Vlissingen een fluitje van een cent is. Klopt dat? Zou het geen goed idee zijn als deze regering ook in Zeeland de drugscriminaliteit aanpakt? De mariniers blijven dan wel in het binnenland, maar serieuze versterking van de aanpak van criminaliteit in de Zeeuwse havens is wel het minste wat ervoor in de plaats kan komen!

Lokale politie en recherche
Het is verleidelijk om te kijken naar de grote steden om de ondermijning te bestrijden. Veel investeringen gaan daarheen. Maar het spreekwoordelijk idyllische platteland loopt ook het gevaar langzamerhand ondermijnd te worden. De problemen van de onderwereld die bovengronds opduikt, moeten ook daar niet onderschat worden. Juist in dorpen en wijken kan sluipenderwijs het gezag van de overheid verdwijnen ten gunste van lokale criminele subculturen. Juist daar moet dan ook ingezet worden op een sterke lokale structuur gericht op het ondermijnen van de ondermijning. Graag roep ik de minister op om werk te maken van versterking van de lokale politie- en recherchekracht. In de verdeling van het geld en de menskracht delven zij te vaak het onderspit, omdat de effectiviteit van hun werk niet direct zichtbaar is.

Antisemitisme-vlag
Antisemitisme vloekt met onze samenleving, aldus minister Grapperhaus recent in de Tweede Kamer. Joden zijn extreem oververtegenwoordigd als slachtoffers van discriminatie en voelen zich steeds minder thuis in ons land. Gelukkig heeft de minister een aantal concrete maatregelen aangekondigd om deze negatieve trend aan te pakken. Maar kan die aanpak ook meer zichtbaar in de samenleving worden gemaakt? In de vorige Kamerperiode vroeg ik de minister of het niet tijd is voor een jaarlijkse 'Strijd tegen antisemitisme-vlag' bij gemeentehuizen. De minister wilde dit bij gemeenten laten, maar ik vraag hem om dit via de VNG actief te bevorderen. Ik zie uit naar de antwoorden van de ministers.