22 maart 2021

Bijdrage Senator Van Dijk aan het debat over strafbaarstelling misbruik prostituees

Lees hier de bijdrage van SGP-Senator Diederik van Dijk aan het debat over het initiatiefvoorstel 'Wet strafbaarstelling misbruik prostitué(e)s die slachtoffer zijn van mensenhandel'.

‘De meest vrouwonvriendelijke actie uit de 21e eeuw’
In de 19e eeuw was er sprake van het zogenoemde Reveil. Een internationale christelijke opwekkingsbeweging in West-Europa. Persoonlijke vroomheid ging hand in hand met maatschappelijke betrokkenheid.

Dit uitte zich in de zorg voor minder bedeelden, de armen, strijd tegen alcoholisme, hulp aan verwaarloosde jeugd, hulp aan mensen met een handicap, maar ook een grote inzet om prostituees te verlossen uit mensonterende omstandigheden. Politicus Groen van Prinsterer was één van de leidende figuren uit dit Reveil.

De strijd vanuit het Reveil tegen prostitutie werd gesteund door belangrijke vrouwenbewegingen. Logisch, want vrouwen zijn de grootste slachtoffers van prostitutie. Uiteindelijk leidde dit begin 20e eeuw tot een bordeelverbod. Buitengewoon wrang is dan ook dat in 2002 – juist door partijen die de mond vol hebben van vrouwenrechten – het bordeelverbod is afgeschaft: de meest vrouwonvriendelijke actie uit de 21e eeuw. En dat in naam van de vrijheid.

Ik weet dat de voorzitter van onze Eerste Kamer wel eens heeft opgetreden bij het programma Hour of Power, van Jan van den Bosch.

Pas had dit programma een documentaire over de Oekraïense Irina. Irina werd tien jaar lang gedwongen prostituee te zijn en haar lichaam te verkopen op de Amsterdamse Wallen. Haar verhaal is schrijnend, maar niet uniek. Zij had een moeilijke jeugd in haar vaderland. Vervolgens trouwt ze met een man die gewelddadig is en uiteindelijk haar kinderen van haar afneemt. Daarna wordt ze gedwongen om in een bar naakt op tafel te dansen. Iemand biedt haar een paspoort aan om beter werk te krijgen in Nederland. Wat ze niet weet is dat ze het slachtoffer is van sekshandel en ze zal eindigen in de prostitutie.

Schrijnend, maar niet uniek. Iedere politicus weet dat. Lodewijk Asscher sprak als wethouder van Amsterdam over ‘commerciële verkrachting’. De gedachte dat de meeste vrouwen in de prostitutie vrijwillig en van harte met zoveel mogelijk vreemde mannen naar bed gaan is een wrede mythe. En wat mij betreft verraadt deze gedachte een uiterst gemankeerde en vernederende kijk op vrouwen.

Daarnaast is prostitutie in zichzelf een laakbaar en immoreel tijdverdrijf. Seks is geen zakelijke transactie, maar bekroning van een hechte liefdesrelatie. Prostitutie leidt zomaar tot verbroken huwelijken en relaties. Kinderen zijn daarvan vaak de grootste gedupeerden. Zij leren dat trouw een illusie is en de schade daarvan kan levenslang duren.

In de afgelopen jaren is in deze Kamer indringend gesproken over ondermijning van de rechtsstaat. Ondermijning van de rechtsstaat vindt op allerlei manieren plaats. Dat kan door het indringen van criminelen in de lokale politiek. We hebben ook de ernstige aanslag op advocaten gezien.

Maar ondermijning vindt ook royaal plaats via de weg van mensenhandel en uitbuiting via prostitutie. De NRC verwoordde het onlangs kernachtig naar aanleiding van een documentaire over het bekende en beruchte bordeel Yab Yum: ‘Een bordeel staat altijd met één been in de onderwereld.’
Dat is de harde werkelijkheid en daar is niets romantisch aan.

Wie de discussie over de prostitutiewetgeving het laatste decennium een beetje gevolgd heeft, weet dat er echt wel mooie plannen zijn. Alleen, ze halen nooit het wetboek. Nu ligt er eindelijk een wetsvoorstel met een beperkte strekking. Ik weet wel dat deze Kamer medeschuldig is aan dit trage proces, maar toch spreek ik daar ook de minister en de coalitiepartijen op aan.

Waarom zijn er deze kabinetsperiode geen meters gemaakt? Er lagen nota bene afspraken in het regeerakkoord. Heeft de aanpak van deze mensonterende praktijken echt geen prioriteit? Moeten we blijven accepteren dat criminelen geld witwassen en een vermogen verdienen aan de onderdrukking van vrouwen? Het is beschamend. Zeker voor zichzelf progressief noemende partijen die zeggen zich te bekommeren om vrouwenrechten. Lodewijk Asscher sprak in dit licht over ‘comfortfeministen’ die wegkijken van de ruwe werkelijkheid in de peeskamer en zo vrouwen in de kou laten staan.

In het licht van het voorgaande kijk ik naar het voorgaande wetsvoorstel. De SGP ziet dit als een eerste, bescheiden stap. Wat betreft dit wetsvoorstel heb ik – na de uitgebreide schriftelijke behandeling – nog de volgende opmerkingen:

Onder artikel 273f is de praktijk nu dat het heel lastig is om slachtoffers van mensenhandel vast te stellen. De procedures zijn lang en pijnlijk voor het slachtoffer. Dat zal met deze wet niet veranderen.

Maar wat wel verandert is dat er een krachtig signaal wordt afgegeven richting de maatschappij dat prostituanten ook een aandeel hebben in het misbruik. Je zou kunnen zeggen dat dit deels al in de huidige wetgeving zit, net zoals je strafbaar bent als je goederen koopt via heling en dit redelijkerwijs had kunnen weten.

De wet is in onze ogen vooral een krachtig signaal over prostitutie zelf. De wet legt namelijk de vinger op de zere plek: dat prostitutie en mensenhandel zo vaak verbonden zijn. En dat één van de belangrijke ‘knoppen’ om hierin verandering te brengen is het kijken naar de ‘vraagkant’ van prostitutie.

De wet is een stap naar een veel bredere discussie in de samenleving: moeten we dit (namelijk dit prostitutiestelsel waarbij we sinds 2000 doen alsof we dingen goed geregeld hebben) nog langer zo accepteren? Alleen dát al helpt slachtoffers.

We zijn er nog lang niet met deze wet, maar het is een stap in de goede richting. Een richting die wat betreft de SGP uitloopt op het strafbaar maken van prostitueebezoek.

Het heftige, recente rapport van het Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel wijst in dezelfde richting: prostitutie en mensenhandel zijn volstrekt verknoopt met elkaar. Per minderjarig slachtoffer is er sprake van 20 klanten. Klanten zijn de zuurstof van seksuele uitbuiting. Graag vraag ik de minister en de initiatiefnemers om een inhoudelijke reactie op dit rapport. En welke conclusies moeten we eraan verbinden dat maar liefst 80% van de daders een migratie-achtergrond heeft?