12 juli 2021

Van Dijk over coronawet

Lees hier de bijdrage van SGP-Senator Diederik van Dijk aan het debat over de verlenging van de Tijdelijke wet maatregelen Covid-19 in de Eerste Kamer.

Prioriteiten
De getroffen coronamaatregelen zijn ingrijpend en dienen daarom te zijn voorzien van een deugdelijke juridische onderbouwing. Het betreft immers een inperking van grondrechtelijke vrijheden en daarbij past geen laconieke houding. Bij de parlementaire behandeling van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 is daarom ook in de Eerste Kamer uitgebreid gedebatteerd over de precieze betrokkenheid van het parlement bij een eventuele verlenging van de wet. In de afgelopen periode is het gesprek met de regering hierover verder voortgezet. Nu ligt er in deze Kamer een wetsvoorstel om de betrokkenheid van de Eerste Kamer bij de verlenging van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 verder te versterken.

De wetswijziging bouwt voort op de door de Eerste Kamer uitgesproken voorkeur in de aangenomen motie-De Boer c.s. In de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 wordt als vereiste opgenomen dat een koninklijk besluit tot verlenging is onderworpen aan goedkeuring bij wet. Beide Kamers krijgen zo bepalende zeggenschap over de verlenging van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19. 

De SGP heeft destijds de motie De Boer – evenals de motie Janssen - niet gesteund. In de afweging tussen parlementaire betrokkenheid enerzijds en de noodzaak voor een kabinet om in een crisis voortvarend te handelen anderzijds konden wij leven met de toenmalige situatie. Ook vonden wij het acceptabel dat de Eerste en Tweede Kamer niet in alle opzichten een gelijke behandeling moesten kennen. Mede om te voorkomen dat in tijden van crisis deze Kamers tegenover elkaar zouden komen te staan. Hierbij ging onze fractie uit van het politieke primaat van de Tweede Kamer. In het besef overigens dat de Eerste Kamer via debat of moties wel degelijk haar verantwoordelijkheid kon nemen.

Gezien de huidige stand van zaken rond corona – we zijn er nog niet, maar we zijn min of meer in control – en de langdurige inperking van grondrechtelijke vrijheden, vindt de SGP het gepast en verdedigbaar dat de Eerste Kamer nu een sterkere rol krijgt bij besluitvorming over verlenging van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19.

Bovendien, de nu voorgestelde wetswijziging is vormgegeven zoals een meerderheid van de Eerste Kamer dat graag voor zich ziet. De minister heeft met zijn wetsvoorstel de oproep vanuit deze Kamer op hoffelijke en chique wijze opgepakt. Daarom staat mijn fractie positief voorgesorteerd ten opzichte van deze wetswijziging.

Een relevant punt is uiteraard hoe het kabinet gaat handelen ten aanzien van voorstellen vanuit de Tweede of Eerste Kamer om een wijziging aan te brengen in het koninklijk besluit, bijvoorbeeld om enkele bepalingen te laten vervallen in plaats van te verlengen of andersom. Vanzelfsprekend is amendering op de goedkeuringswet vanuit de Eerste Kamer niet mogelijk en de voorhangprocedure is geschrapt. Hoe gaat de minister om met wensen tot aanpassing vanuit de Eerste Kamer? Kan de senaat ook hier rekenen op een hoffelijke en royale bejegening? Hoe krijgt dit precies en tijdig vorm en gestalte?

Verwerpen
Wanneer het goedkeuringsvoorstel wordt verworpen na het verstrijken van de termijn waarop het verlengingsbesluit ziet, blijft dit zónder gevolgen. Dat is een bijzonder gevolg. Als het verlengingsbesluit langs deze weg wordt verworpen, heeft dit weliswaar juridisch geen consequenties, maar wel politiek-bestuurlijk. Wil de minister hierop nog eens mijmerend reflecteren?

Bidden en Bomans
Tot slot, maar niet in de laatste plaats. Het trof mij dat meerdere bewindspersonen – premier Rutte, minister Grapperhaus, minister Kaag – aangaven dat zij bidden voor Peter R. de Vries, na de verschrikkelijke aanslag op zijn leven. Wat mooi dat zij dit onbekommerd publiek deelden. Over zoiets persoonlijks als het gebed van deze bewindspersonen ga ik hier natuurlijk niet filosoferen. Ik wil wel graag zeggen dat het gebed tot de Heere God om als samenleving op een goede wijze uit de corona-pandemie te komen evenzeer cruciaal is.

In dit licht sluit ik af met wijze woorden van Godfried Bomans. In 1970 zei hij het volgende over het gebed:

‘Iemand, die voor het slapen gaan neerknielt en bidt, kan men niet behoudend noemen. Men kan alleen zeggen dat hij iets behouden heeft. En de man, die gewoon in bed stapt, is dat kwijt.’