27 mei 2025

Pak witwassen aan

Vandaag besprak de Eerste Kamer een wetsvoorstel voor de aanpak van witwassen. Hierin stonden eerst vergaande maatregelen die een zware administratieve last zouden opleggen aan organisaties. Tijdens de behandeling in de Tweede Kamer is de wet grondig aangepast. Uiteindelijk blijft alleen een verbod op contante betalingen van meer dan € 3.000 over. Hieronder leest u de bijdrage van Peter Schalk tijdens het debat.

Voorzitter, het standpunt van de SGP over witwassen is glashelder. Zwart geld mag niet, dus witwassen ook niet. Het is ook rechtstreeks terug te voeren op de Bijbel. Dat blijkt als een paar wetgeleerden Jezus willen vangen, met de vraag of er belasting betaald moet worden, zelfs aan de onderdrukkende overheid. Jezus maakt er korte metten mee. Hij vraagt om een geldstuk, en vraagt van wie de beeltenis is. Van de keizer, zo luidt het antwoord. En dan komt dat glasheldere antwoord van Jezus: Geef aan de keizer dat van de keizer is, en aan God wat van God is.

Welnu, ik herhaal: zwart geld mag niet, dus witwassen ook niet. En inderdaad, de overheid heeft daar dan ook een taak in.

Daarom deze Wet plan van aanpak witwassen. Een wet die niet goed in elkaar zat, en die behoorlijk is uitgedund waarbij overbodige regeldruk is weggenomen. Nu blijft er nog 1 matregel over, namelijk het verbieden van contante betalingen boven 3.000 euro op goederen.

Voorzitter, de vraag is of dit goede, reële, realistische en vergelijkbare maatvoering betreft. Uit onderzoek in 2017 bleek dat het hanteren van het laagste bedrag van 1.000 euro in contanten het meest effectief was om witwassen tegen te gaan.

Nou voorzitter, wat mij betreft was daarvoor geen onderzoek nodig geweest, want ook zonder onderzoek kan ik u verzekeren dat 1 euro als grens nog effectiever zou zijn.

De vraag is echter of het verbod op 3000 euro contant uitvoerbaar en handhaafbaar is. En ook en vooral of het logisch is:

Immers, op dit moment hanteren we al de grens van 10.000 euro voor het doen van een melding in het meldportaal van de Financial Intelligence Unit Nederland (de FIU). Het zou logisch zijn om aan te sluiten bij de staande praktijk om dit bedrag van 10.000 euro als uitgangspunt te nemen voor het verbod.

  • Hoe komt de minister dan tot een verbod op 3.000 euro? Wat is de ratio?
  • Sluit het niet beter aan op het rechtszekerheidsbeginsel en het daarin begrepen voorspelbaarheidsbeginsel om aan te sluiten bij de bestaande praktijk van € 10.000?

Overigens nog even een vraag over die goederen:

  • Begrijp ik nu goed dat bijvoorbeeld een betaling in een hotel of een restaurant wel mag gebeuren met contanten? Juist daar kan toch behoorlijk witgewassen worden?

Recent gaf de minister aan dat er naast een verbod op contante betalingen op goederen, ook een verbod gaat gelden voor diensten.

  • Waarom wordt daarvoor gekozen?
  • En waarom is dat niet gelijk meegenomen in dit wetsvoorstel?

Onderdeel van deze wet is een acceptatieplicht van contant geld. Dat komt door een amendement van de SP en de SGP in de Tweede Kamer. Deze acceptatieplicht wordt op dit moment uitgewerkt, inclusief wat uitzonderingen.

Dat onbemande tankstations geen contant geld hoeven te accepteren lijkt me logisch.

  • Maar hoe maakt de minister de afweging voor deze uitzonderingen?
  • Hoe wordt geborgd dat contant geld zo breed mogelijk geaccepteerd blijft?

Voorzitter, er bestaat een duidelijk risico van het zogenaamde waterbedeffect. In antwoord op vragen hierover geeft de regering aan dat uit onderzoek blijkt dat voor het tegengaan van het waterbedeffect een zo geharmoniseerd mogelijk beleid nodig is. Dat maakt de keuze voor 3.000 euro pregnant. De enige reden is dat België dat ook heeft, maar we weten dat Frankrijk voor 1.000 euro heeft gekozen. We hebben een langere grens met Duitsland, en daar is geen limiet. Bovendien weten we dat met de inwerkingtreding van het Europese Anti Money Laundering-pakket een limiet van 10.000 euro gaat gelden. Ik begrijp dat we daarvan kunnen afwijken, doordat er een lidstaatoptie mogelijk is, maar dat roept weer de vraag op:

  • Waarom wil NL nu weer een ander beleid, een strenger beleid dan nodig?
  • Hoe rijmt de minister dat met de wens van dit kabinet om geen nationale koppen boven Europese wetgeving voor te stellen?
  • Vindt de minister het wenselijk dat er een versnipperd geheel gevormd wordt doordat allerlei lidstaten hun eigen grenzen gaan kiezen, terwijl Europa juist op gebied van geld en goederen een open markt is?

Stel dat bij de evaluatie over 5 jaar blijkt dat de limiet van 10.000 euro in de rest van Europa werkt, dan moeten we weer een wetswijziging doorvoeren. Dat gaat eindeloos duren.

Voorzitter, voor de SGP betekent dit dat we weer eens meer gaan doen dan Europa vraagt. Dat vindt mijn fractie geen goed idee.

Maar uiteraard willen we graag luisteren naar de reactie van de minister.