22 mei 2018

Graag uw aandacht voor antisemitsme en bedreiging politici

SGP-senator Diederik van Dijk bepleit om strafzaken rond antisemitisme of bedreiging van politici met veel meer zichtbaarheid en ruchtbaarheid te omgeven. Om te ‘showen’ dat we dit soort welig tierende misdrijven absoluut niet tolereren. Daarnaast is de tijd meer dan rijp voor een jaarlijkse 'Strijd tegen antisemitisme-vlag' bij gemeentehuizen. En wat vormt vandaag de morele code van onze rechtsstaat, nu het christelijk geloof heeft afgedaan?

Een roomse pastoor, een rechtschapen man, die geërgerd verzucht: ‘Dit is mijn rechtsstaat niet meer.’ Zijn kerk, in Tilburg, werd ontheiligd door de opname van een pornofilm. Uiteraard zonder toestemming. Porno-acteurs maakten obscene opnamen in onder meer het biechthokje. Niets aan te doen, zei het OM. De minister deelde die conclusie, zo meldde hij de senaat. Volgens de letter van de wet wellicht correct, maar feitelijk te gek voor woorden. Zijn kerken vogelvrij? Is het echt gewoon legaal om zonder toestemming schunnige filmpjes te maken in gebouwen die voor gelovigen heilig zijn? En wat als dit in een moskee was gebeurd? Tijdens de in dit gebouw gehouden deskundigenbijeenkomst zei mw. Wiertz, president van de rechtbank in Brabant: ‘Er is alleen een rechtsstaat als mensen voelen dat zij daarvan gebruik kunnen maken.’ Is deze notie niet geschonden in de genoemde casus, zo vraag ik de minister. De minister stelt in zijn brief terzake dat op gemeentelijk niveau aanvullende regelgeving mogelijk zou zijn. Dat is mooi. Is de minister bereid om zelf voortvarend in overleg te treden met gemeenten en dit actief te bevorderen?

Morele code rechtsstaat
De Eerste Kamer heeft vaker met ministers van Justitie gesproken over de democratische rechtsstaat en over de toegang tot het recht. Ik denk aan de begrotingsbehandeling eind 2015 met minister Van der Steur. Toen kwam een vraag aan de orde die recent ook werd opgeworpen door een van de sprekers tijdens de deskundigenbijeenkomst die de Eerste Kamer rond dit thema heeft belegd, namelijk mw. Prins, voorzitter van de WRR. Zij citeerde uit een WRR-rapport over de rechtsstaat:‘Normen en waarden zijn niet self executing. Bij de rechtsstaat hoort een ethos, een ethos van vanzelfsprekende gedragingen en verwachtingen. Het onderhoud van de waarden van de rechtsstaat lijkt op het onderhouden van een vriendschap. Van tijd tot tijd moet ze bevestigd en hernieuwd worden. Bij verwaarlozing raken de belangrijkste waarden in het slop en blijven zij achter bij hetgeen wenselijk wordt geacht. Soms gaan ze geheel verloren.’

Daarom de vraag wat de vóóronderstellingen van onze democratische rechtstaat zijn, het ethos daarvan. Wat schraagt die democratische rechtstaat? Wat geeft haar inhoud? Dan gaat het niet allereerst over de hoogte van griffierechten, het aantal rechtbanken, gesubsidieerde rechtsbijstand, zorgvuldige procedures of over representativiteit. Dan gaat het over de vraag welke mensen die rechtsstaat vorm moeten geven. Hoe staan zij in het leven, met welke waarden, normen en idealen? Door welk moreel kompas laten zij zich leiden?

In onze huidige samenleving, met een stevige seculiere meerderheid en opkomende niet-christelijke religies, zoals de islam, is dat een serieuze vraag. De huidige moraal in ons land is vooral een negatieve moraal. Het spiegelbeeld van de oorspronkelijke christelijke moraal. Restanten die herinneren aan het christelijk verleden zijn vervangen door hun tegenpolen. Denk aan de bescherming van het leven, de bescherming van wat heilig is, het huwelijk, de seksuele moraal of de plaats van de zondag.

Zeker, wij kennen al heel lang de scheiding van kerk en staat. Maar die scheiding ging altijd wel gepaard met volle kerken. In die zin bleven de christelijke moraal en wetgeving in het publieke domein nauw met elkaar verweven. Dat is verdwenen. Het christelijk geloof is verdampt uit de sfeer van opvoeding, onderwijs, politiek en cultuur.

Wat zijn daarvan de consequenties? Is onze democratische rechtstaat denkbaar zonder christelijke moraal?

Volgens Thorbecke niet. “Het christendom heeft onze gansche maatschappij, al onze instellingen, het onderwijs, en onze omgang en beschaving doortrokken.”

En ook de VVD heeft de betekenis van het christendom voor onze rechtsstaat nooit onder stoelen of banken gestoken.

In artikel 3 van het beginselprogramma van de VVD uit 1959 heet het: "De Partij is diep overtuigd, dat de grondslagen der Nederlandse beschaving wortelen in het christendom. Zij is ervan doordrongen, dat het bovenal de christelijke geest is, die ons volk de waarde en de vrijheid van de mens en zijn verantwoordelijkheid heeft doen beseffen en die het aanzien van ons volk in de wereld heeft bepaald. Zij acht het daarom een onafwijsbare eis, dat door versterking van deze geest zedelijke ontworteling en geestelijk nihilisme worden overwonnen. Zij geeft er zich daarbij ten volle rekenschap van, dat de zedekundige beginselen van het christendom worden aangehangen door zeer velen, die de christelijke godsdienst niet belijden.”

(VVD! Niet SGP!)

Frits Bolkestein zei het zo: “We kunnen wel zeggen, hiep hoi, we zijn geen christenen meer. Maar houdt dat op de lange duur? Hoe staan we er over vijftig tot tachtig jaar voor?”

Die scherpe vraag van Bolkestein - Hoe staan we er, zonder geloof, over 50 jaar voor? - wacht nog steeds op een inhoudelijk antwoord.

De christelijke normatieve principes hebben afgedaan, maar welke principes schragen nu onze democratische rechtstaat? Welke morele code draagt onze democratie?
En welke ‘techniek’ heeft een seculier bestel om morele waarden en gedragsregels over te dragen zodat onze beschaving overeind blijft?

Ik heb minister Van der Steur destijds gevraagd - als verantwoordelijk bewindspersoon voor de relatie met de kerken – om dit vraagstuk ook met de kerken door te spreken. Dat heeft hij toegezegd. En hij heeft er een serieus begin mee gemaakt. Hij heeft zelfs een kerkdienst van de gereformeerde gemeente in Gouda bijgewoond, de kerkenraad gesproken, een zondagsschool bezocht, etc. Mijn concrete vraag aan de minister is of hij de toezegging van minister Van der Steur overneemt en ook met de kerken het gesprek wil aangaan over de principes die onze democratische rechtsstaat schragen.

Showproces
Ik wil de vinger leggen bij twee hardnekkige zaken die niet mogen voorkomen in onze rechtsstaat. Nederland kent een kleine Joodse minderheid. Een minderheid echter die geconfronteerd wordt met frequent antisemitisme. Joden zijn extreem oververtegenwoordigd als slachtoffers van discriminatie en voelen zich steeds minder thuis in ons land. ‘Een verstandige Jood heeft altijd zijn koffer klaarstaan’, schrijft Leon de Winter. Een onaanvaardbare werkelijkheid in onze rechtsstaat. In WOII moesten Joden een ster dragen; nu moeten ze hun keppeltje thuislaten.

Diversiteit is vandaag erg in de mode. Zie bijvoorbeeld de regenboogvlaggen bij gemeentehuizen. Is het niet hoog tijd voor een jaarlijkse 'Strijd tegen antisemitisme-vlag' bij gemeentehuizen? Wil de minister dit overleggen met gemeenten?

Misdrijven tegen Joodse doelen moeten ondubbelzinnig veroordeeld worden op hun antisemitische karakter.
Is het geen misser van de eerste orde dat een Arabische vluchteling die een koosjer Amsterdams restaurant aanvalt, wordt behandeld als een eenvoudige vandaal?
We spreken hier over geïmporteerde haat en daartegen zou onze rechtsstaat zich krachtig moeten wapenen.

Nu zal hier ongetwijfeld door het OM veel aandacht aan worden geschonken, maar wordt dit voldoende zichtbaar? Gaat daar voldoende afschrikwekkende werking vanuit?

Hetzelfde geldt de bedreiging van politici. We zijn eraan gewend geraakt dat politici als Wilders vrijwel permanent worden bedreigd en beledigd. Ook hier geloof ik graag dat het OM er bovenop zit. Maar wat zien we ervan?

Kan dit niet anders en beter? Waarom worden bijvoorbeeld van tijd tot tijd niet een aantal van deze zaken bijeen geveegd en behandeld in één grote strafzaak, omgeven met de nodige PR? Een show-proces, derhalve. Niet in de zin van een nep-proces, maar een groots proces met de camera’s erop om te ‘showen’ dat we dit soort misdrijven op geen enkele wijze tolereren. Om te tonen dat we antisemitisme niet accepteren en snoeihard aanpakken. Om te laten zien dat bedreiging van politici nimmer ongestraft kan gebeuren. Kortom: Wat zijn de mogelijkheden om van strafzaken een helder, afschrikwekkend statement te maken?

Terroristen
Tot slot. Al meer dan een jaar geleden sprak deze Kamer met de minister over intrekking van het Nederlanderschap van terroristen. Toen heeft deze Kamer een motie aanvaard (motie Van Dijk, 34356 H) waarin het kabinet is opgeroepen om te komen met alternatieven voor de tamelijk bizarre constructie dat de minister ambtshalve zijn eigen intrekkingsbesluit moet gaan aanvechten, zelfs als dat tegen de zin van betrokkene is. De Kamer heeft hierover nimmer iets gehoord. Hoe is deze motie uitgevoerd?